Zelfhelend Vermogen – een zoektocht naar wat het is

Het zijn niet alleen complementaire geneeswijzen die uitgaan van het zelfhelende vermogen van het lichaam. Ook in yoga en persoonsgerichte psychotherapie is het doel om verborgen delen van ons ik te bevrijden en te integreren, zodat het zelfhelende vermogen onbelemmerd kan stromen. Ik voel me dankbaar dat ik de enorme kracht van het zelfhelende vermogen regelmatig bij cliënten in werking mag zien. Tegelijkertijd is het vaag wat het zelfhelende vermogen eigenlijk is en of het überhaupt te bevatten is. In dit artikel waag ik een ontdekkingstocht naar een beter begrip van deze mysterieuze kracht.

Als je een klein wondje oploopt, is verzorgen het enige wat je hoeft te doen. Goed schoonspoelen, pleister erop, klaar. Onzichtbaar onder het verband doet het lichaam de rest. Bij acute aandoeningen door virale, bacteriële of mechanische oorzaken weet het lichaam meestal vanzelf wat het moet doen. Maar wanneer het zelfhelende vermogen geblokkeerd raakt, ontstaat er een levensbedreigende situatie of een chronische ziekte. De eenvoudige maar treffende observatie is dat er ‘iets’ hapert waardoor het lichaam niet automatisch doet wat nodig is om te genezen.

Geneeswijzen die het zelfhelende vermogen centraal stellen, hebben met elkaar gemeen dat ze tot doel hebben blokkades op te lossen, zodat het zelfhelende vermogen onbelemmerd kan functioneren. Het zelfhelende vermogen zélf is iets ongrijpbaars. Het is iets dat er kennelijk altijd is en dat wij als therapeuten alleen maar kunnen bevrijden. Wat mij begon te fascineren is dat het zelfhelende vermogen niet alleen door externe en interne fysieke factoren geblokkeerd kan raken, maar ook door psychische factoren.

In persoonsgerichte psychotherapie en yogafilosofie wordt gesproken over het Zelf en het Ik als twee afzonderlijke entiteiten. Synoniemen voor het Zelf zijn Essentiële Natuur, Zijn en Bewustzijn. Het Zelf is zonder tegenstellingen, altijd kalm en vredig. Het Zelf als Puur Bewustzijn is als een onveranderlijk scherm van Welzijn, waarop de film van veranderende levenservaringen wordt geprojecteerd. Je kan lachen of huilen om bepaalde gebeurtenissen, maar het scherm blijft onaangedaan. Het Ik is een gedachte van het ego die ontstaat vanaf ongeveer het tweede levensjaar: de Ik-gedachte heeft de neiging zich overal mee te bemoeien en te identificeren. Bijvoorbeeld: als je maag een seintje geeft aan de hersenen dat er behoefte is aan voedingsstoffen, dan maakt de Ik- gedachte daar direct van: ‘Ik heb honger’. Als anderen kritiek hebben op jouw gedrag, dan vertaalt de Ik-gedachte dit automatisch naar: ‘Ik heb het niet goed gedaan’. Waarna er al snel een conclusie volgt in de trant van: ‘Ik moet beter opletten, ik moet beter mijn best doen’. Uit wetenschappelijk onderzoek naar het bewustzijn blijkt de Ik-gedachte een bijzondere plaats in te nemen; het is een structuur in ons biologische DNA die niet echt in verband staat met onze andere lichamelijke en psychische processen. De Ik-gedachte identificeert zich uit overlevingsdrang automatisch met wat er niet goed gaat. Om te overleven kunnen we immers beter een stok aanzien voor een slang, dan een slang voor een stok. De Ik-gedachte blijkt een illusie die ons kan helpen, maar het ons ook knap lastig kan maken als we ons te veel met het geheel van lichaam en geest, de body-mind, identificeren.

Tussen het Zelf en het Ik bestaat een dynamische relatie: ik kan bijvoorbeeld opmerken dat ik me niet mezelf voel. In persoonsgerichte psychotherapie worden klachten gedefinieerd als ‘symptomen die aangeven dat er een afstand bestaat tussen het Zelf en het Ik’. Hiermee wordt bedoeld dat hoe groter het verschil is tussen het ware Zelf en je identiteit, hoe meer klachten je waarschijnlijk ervaart. Klachten kunnen oplossen door een proces van individuatie, waarbij je steeds meer jezelf wordt door bewustwording van innerlijke tegenstellingen en deze te integreren in het Zelf.

Zou het kunnen dat het zelfhelende vermogen een kwaliteit is van het Zelf? En wanneer dit geblokkeerd raakt dat het iets met de afstand tussen het Zelf en de body-mind te maken heeft? Lichaam en geest zijn immers beide een expressie van het Zelf en zowel psychisch als lichamelijk is er een ervaring van ‘niet goed’ als iemand klachten ontwikkelt. Psychisch ontwikkelen mensen denkpatronen, gedragspatronen en een imago om te verbergen dat zij zich diep vanbinnen niet goed genoeg voelen. Fysiek is er een ervaring van ‘niet goed’ als het lichaam de interne balans niet kan herstellen. Er schiet iets tekort in het immuunsysteem, er hapert iets in het proces van homeostase, of het lichaam komt iets tekort om goed te functioneren en zichzelf te genezen.

Naar aanleiding van deze gedachte ben ik in de yogafilosofie gedoken om de relatie tussen Zelf en zelfhelend vermogen verder te onderzoeken. Yogananda wijst erop dat het zelfhelende vermogen van een dood lichaam niet kan worden opgewekt door het medicijnen te geven, in de zon te leggen, water in de mond te gieten, voeding toe te dienen, te beademen of kunstmatig in beweging te brengen. Volgens hem is bewustzijn het enige wat een dood lichaam van een levend lichaam onderscheid. Het Zelf is wat Yogananda ‘Bewustzijn bewust van Zichzelf’ noemt. De westerse wetenschap heeft op dit moment nog steeds geen goed antwoord op de vraag wat bewustzijn is, ondanks het vele onderzoek dat ernaar wordt gedaan. Wat kan Yogananda bedoelen met ‘bewustzijn bewust van zichzelf’ en wat heeft dit te maken met het Zelfhelende Vermogen?

Het duidelijkste antwoord op deze vraag vond ik in de Kanchukas van het Kashmir Shaivism. De kanchukas zijn vijf vragen die een mens aan zichzelf kan stellen om de ware aard van het Zelf te leren kennen: Wie ben ik? Hoe ben ik? Wat ben ik? Wanneer ben ik? Waar ben ik? De antwoorden op deze vragen kun je niet bedenken, maar alleen direct ervaren in meditatie: het Zelf is volmaakt en heel, zelfs als de wens tot verandering van het ik blijft. Het Zelf is heel en compleet, zelfs als mijn behoefte om iets te bereiken aanwezig is. Het Zelf is verbonden, zelfs wanneer de behoefte aan meer sociale contacten blijft. Het Zelf is tijdloos, zelfs als de psychologische ervaring van tijdgebrek blijft. Het Zelf is overal en nergens in het bijzonder, zelfs als de behoefte aan het stellen van gezonde grenzen blijft. Ons ware Zelf hoeft niets te doen, niets te weten, niets te bereiken. Het is altijd vreugdevol, heel en gezond, wat er ook gebeurt.

Als fysieke blokkades worden opgeheven en onbewuste delen van het Ik worden geïntegreerd in het Zelf, dan doet het zelfhelende vermogen op mysterieuze wijze zijn werk. Hier kan ik als therapeut niets meer doen, alleen maar dankbaar toekijken in stille verwondering.

 

 

Deze blog is een herziene versie van het oorpronkelijke artikel zoals gepubliceerd in het Vakblad Natuurlijke & Integrale Gezondheidszorg nr. 4 juli/augustus 2021. Download dit pdf-artikel hier.

Rectificatie bronvermelding: de Kanchukas, de vijf vragen die de mens aan zichzelf kan stellen, komen uit het Kashmir Shaivism en niet zoals per abuis in het pdf-artikel vermeld uit de Yoga Sutra’s van Patanjali.

Verbeter je slaap

Slecht slapen is één van de meest voorkomende problemen voor veel mensen en beïnvloedt zowel je fysieke als psychische welzijn. Slaapgebrek vertraagt je herstel. Daarnaast heeft slaapgebrek een negatief effect op je immuunsysteem. Mensen die slecht slapen of te weinig slapen hebben meer ontstekingsfactoren in hun lichaam. Tussen stress en herstel moet een dynamisch evenwicht bestaan, wat betekent dat er een goede verhouding is tussen inspanning en ontspanning.

Bij gebrek aan slaap en ontspanning krijgt je stemmingsstoornissen en andere klachten. De functie van je stemming is: jou globaal informeren over hoe je eraan toe bent. Vermoeidheid geeft jou dus informatie over je behoefte aan herstel. Je fysiologische stemming is de optelsom van je activatieniveau plus je herstel. Bij overspannenheid en burnout is je lichaam in een slechte stemming: je bent boos, geïrriteerd en depressief. Bij een goede balans is je stemming positief en voel je je kalm.

Luister gratis naar deze iRest Integrative Yoga Nidra Meditatie voor Ontspanning en Diepe Slaap met Marlene van Lier.

Circadiane ritmes en homeostatische processen.

De slaapregulatie in je lichaam wordt gestuurd door circadiane processen en homeostatische processen. Circadiane processen zijn processen die een klokritme hebben, zoals het dag-nachtritme. Ook orgaanritmes en hormoonritmes zijn circadiane processen. Homeostatische processen zorgen er in je hele lichaam voor dat het interne evenwicht bereikt en gehandhaafd wordt. Het lichaam streeft altijd naar evenwicht en herstel van grotere of kleinere beschadigingen. In verband met slaap betekent dit, dat de slaapdruk toeneemt naarmate je langer wakker bent. Daardoor val je makkelijker in slaap. Als je een keer een nachtje slaap mist, is dat helemaal niet erg en dat hoef je ook niet in te halen qua aantal uren. Kwalitatief haal je het wel in, want de nacht daarop heb je automatisch meer diepe slaap en minder REM-slaap, oftewel droomslaap.

Het circadiane ritme, onze biologische klok, is zeer hardnekkig. Toen voor een onderzoek mensen werden opgesloten in een bunker zonder klok of daglicht, ging het 24-uurs ritme gewoon door. Het natuurlijke circadiane ritme van mensen blijkt dan maar een klein beetje te verschuiven, naar gemiddeld 24 uur en 12 minuten. Het is dan ook niet vreemd dat licht de grootste invloed op ons circadiane ritme blijkt te zijn. Dit verklaart meteen waarom je geen jetlag hebt als je naar Londen vliegt, maar wel een week nodig kan hebben om je ritme aan te passen aan de zomer- of wintertijd. Het uur tijdsverschil met Londen klopt immers met het feit dat de zon daar ook een uur later opkomt en weer ondergaat. Sommige mensen hebben een circadiaan ritme van 26 uur! Zij kunnen ’s ochtends met moeite uit bed komen. Andere mensen met een circadiaan ritme van 23 uur, zijn alle dagen heel vroeg wakker.

Elektrisch licht, vooral het blauwe licht van computer- en telefoonschermen, heeft een negatieve invloed op slaap. Het ontspannende effect van een appje of spelletje kan er echter voor zorgen dat je juist wat sneller in slaap valt. Je kunt app installeren om het blauwe licht op je computer- of telefoonscherm te filteren. Ook kun je de lichtintensiteit lager zetten. Op je televisie kun je de hoeveelheid rood licht wat opvoeren om hetzelfde effect te bereiken.

Veel mensen die zichzelf een typisch ‘avondmens’ vinden, blijken dit kunstmatig te creëren. Ze houden zichzelf wakker met ‘lichttherapie’ (teveel televisie of spelletjes) en teveel activiteiten. Mensen die beweren goed te kunnen functioneren met 6 uur of minder slaap per nacht, lijden doorgaans aan zelfoverschatting. Op objectieve tests blijkt dat ze minder presteren dan gemiddeld, terwijl ze dit zelf helemaal niet in de gaten hebben.

Voor mensen met een burnout geldt dat ze ’s nachts beter zult slapen als ze overdag twee uur siësta houden. Het lichaam moet weer leren ontspannen en tot rust komen. Je zult merken dat je slaap verbetert als je een paar keer per dag bewust ontspant met behulp van ontspanningsoefeningen en tussen-de-middag 2 uur rust neemt door in bed te gaan liggen. Wanneer je een burnout hebt, slaap je juist slechter als je jezelf pusht om overdag wakker te blijven. Je lichaam gaat dan stresshormonen aanmaken om letterlijk overeind te kunnen blijven. Zo raak je verder van huis. Niet alleen zal je ’s nachts slechter slapen, je stresshormonen blijven ook uit balans. Je burnout-klachten houden aan en je herstel duurt langer.

Voorwaarden om goed in te slapen zijn:

  • de temperatuur in je slaapkamer mag niet te warm zijn;
  • zorg ervoor dat je slaapkamer goed donker is;
  • het geluidsniveau in je slaapkamer is laag (telefoon op stil en vliegtuigstand);
  • een prettige lichaamshouding (de kwaliteit van je matras, maar zorg bijv. ook voor extra ondersteuning bij lichamelijke beperkingen);
  • een opgeruimde schone slaapkamer (in een rommelige vieze of overvolle slaapkamer slapen mensen aantoonbaar slechter).

Deze voorwaarden kun je organiseren. Zo worden het slaaprituelen. Als je elke avond dezelfde handelingen verricht voordat je gaat slapen, dan geeft je lichaam na verloop van tijd uit zichzelf een seintje dat het tijd is om naar bed te gaan (het circadiane ritme). Het slaaphormoon melatonine wordt automatisch verhoogd als het tijd is om de kachel uit te doen, de gordijnen in je slaapkamer te sluiten, het geluid van je telefoon uit te zetten en nog even je tanden te poetsen.

Bedenk dat alles waardoor jouw lichaamstemperatuur hoog is of blijft een belemmering is om goed in slaap te komen. Daardoor slapen veel mensen slechter na een tropisch warme dag, maar ook sporten ’s avonds laat zorgt ervoor dat je lichaamstemperatuur verhoogd is. Na intensief sporten heeft je lichaam wel drie uur nodig om weer zo ver af te koelen dat je goed kunt inslapen. Dus als je daar gevoelig voor bent, overweeg dan om uiterlijk 20.00 uur te stoppen met sporten, of het sporten helemaal naar een ander tijdstip te verplaatsen. Rustig wandelen in de avond heeft een gunstig effect op slaap.

Goed om te weten

Groeihormoon wordt alleen aangemaakt tijdens je diepe slaap. En tijdens de nacht verwerken je hersenen wat je hebt geleerd overdag. De dag voor een belangrijke prestatie, toets of examen, kun je dus het beste op tijd naar bed gaan. Als je vlak voor het slapen nog even overkijkt wat je moet leren, beklijft de stof nog beter tijdens de slaap. Er treedt dan namelijk actieve heractivatie op. Dit effect is groter naarmate je langer slaapt. Goed slapen voor een belangrijke prestatie helpt dus om fit en goed voorbereid aan de slag te gaan.

Slaapkwaliteit meten

Er zijn apps die je op je telefoon kunt installeren, waarmee je je slaapkwaliteit kunt meten. Sommige apps werken in combinatie met een fit-band die je om je pols draagt. Die zijn betrouwbaarder dan de apps waarbij je je telefoon naast je hoofdkussen op je matras moet leggen. Fit-banden die slaapkwaliteit meten in combinatie met een app op je telefoon zijn steeds beter en goedkoper verkrijgbaar. Voor twee tientjes kun je een goede bestellen bij Wish of Ali-expres. In de Nederlandse handel kosten deze banden doorgaans nog zo’n € 150,00.

Bij centra voor slaap-waakstoornissen wordt met een actigraaf gewerkt. Deze test met een band om je pols is het meest betrouwbaar. Heb je hardnekkige slaapproblemen, dan kun je een onderzoek bij een gespecialiseerd slaapcentrum overwegen.

De slaapkwaliteit kun je ook meten door een dagboekje bij te houden. Schrijf dan dagelijks op:

  • hoe laat je naar bed ging
  • welke slaaprituelen je toepast
  • hoe laat je ongeveer in slaap viel
  • hoe laat je wakker werd
  • hoeveel onderbrekingen je had tijdens de nacht
  • geef een subjectieve score tussen 1 en 10 voor je slaapkwaliteit

Als je veel sport of een topsporter bent, dan slaap je vaak gemiddeld minimaal één uur korter dan andere mensen. Intensieve sporters slapen slechter in en liggen ’s nachts vaker wakker. Vroege sporters slapen minder omdat ze vroeg opstaan. Dit beïnvloedt het circadiane cortisolritme. Ook stress door gedachten aan de competitie of anticipatiestress door gedachten aan wat je de komende dag allemaal te wachten zal staan, kan je uit je slaap houden. Hierdoor kun je ook meer onplezierige dromen krijgen.

Maakt slaaptekort uit?

Eén nacht slecht slapen maakt niet uit. Het zijn de opeenstapelende effecten waar je last van krijgt. Slaaptekort merk je het eerste aan verminderde alertheid en aandacht. Je voelt je labieler, je kunt slechter met emoties omgaan en ook je fijne motoriek gaat achteruit. Deze effecten nemen toe bij meer slaaptekort.

Paradox

Hoe harder je je best doet, hoe slechter je slaapt! Hoewel het natuurlijk wel begrijpelijk is, want als je slechter gaat presteren dan lig je ’s nachts te piekeren; waardoor je slechter gaat slapen; waardoor je steeds meer noodzaak zal voelen om weer eens een nacht goed te slapen; waardoor je gestrest in je bed gaat liggen; waardoor je slechter slaapt; enz. Het wordt een vicieuze cirkel.

Wat helpt bij slaapproblemen

  • Onderzoek de oorzaken door een activiteitendagboekje bij te houden, waarin je ook je eet- en drinkgewoonten opschrijft. Wie overdag teveel suikers, koffie, alcohol of teveel vette producten gebruikt, kan daar ’s nachts flink last van hebben door de circadiane orgaanritmes;
  • Houd een slaapdagboekje bij aan de hand van de hierboven genoemde punten. Zo ontdek je zelf welke relaties er zijn met wat je doet, eet en drinkt op een dag;
  • Evalueer je gedachten en je gewoontes in je activiteitendagboekje;
  • Zorg voor een gezonde balans tussen inspanning en ontspanning gedurende de dag;
  • Begrijp je lijf.

 Mogelijke oorzaken van slaapstoornissen (insomnie)

  • Te hoge niveaus van de stresshormonen adrenaline en cortisol bij mensen met burnout;
  • Slaapapneu komt veel voor, vooral bij oudere mannen en mensen met overgewicht. Door zuurstofgebrek word je soms wel elke minuut wakker, zonder dat je dit zelf in de gaten hebt. Slaapapneu wordt meestal opgemerkt door de partner, die een stagnerende ademhaling hoort;
  • Een stoornis van het circadiane ritme (bijv. een trage biologische klok of stresshormonen die uit balans zijn);
  • Restless legs, dit is een vaatprobleem in je onderbenen waardoor je ’s nachts pijn en onrust ervaart wat je uit je slaap houdt;
  • Hypersomnie, dit is overmatige slaperigheid overdag waardoor je ’s nachts minder goed slaapt. Mensen met depressie of fibromyalgie kunnen hier last van hebben;
  • Parasomnieën, door bijvoorbeeld slaapwandelen wordt je ’s morgens niet fit wakker.

Door extreem slaapgebrek kun je gaan hallucineren en concentratiestoornissen krijgen. Je temperatuurregulatie gaat achteruit en je komt aan in gewicht. Als je helemaal niet meer kunt slapen, kun je zelfs overlijden. Gelukkig komt dit bijna nooit voor. Meestal slaap je meer dan je denkt. Uit hersenscans die zijn gemaakt van mensen die beweren het grootste deel van de nacht te hebben wakker gelegen, blijkt dat ze veel meer uren slapend hebben doorgebracht dan zij zelf dachten. Mocht je ‘s nachts wakker liggen, luister dan nog een keer naar de iRest Meditatie voor Ontspanning en Diepe Slaap. 

Ik hoop dat je met deze tips aan de slag kunt en dat het je zal helpen om beter te slapen. Laat je een bericht achter om mij te laten weten of het helpt?

 

iRest Integrative Restoration Meditatie

Wat is iRest Integrative Restoration Meditatie?

Gebaseerd op de eeuwenoude Oosterse grondbeginselen van meditatie, is iRest een door Westers wetenschappelijk onderzoek bewezen transformerende methode die leidt tot psychologische, fysieke en spirituele heelwording en welzijn.

De beoefening van iRest is integrerend (integrative) doordat het de verschillende onopgeloste problemen en trauma’s geneest die aanwezig zijn in je lichaam en geest. Het is herstellend (restoration) doordat iRest je helpt in contact te komen met je aangeboren gemoedsrust, die altijd aanwezig is te midden van alle veranderende levensomstandigheden.

iRest geeft je handvatten om je te helpen diep te ontspannen, stress los te laten, veerkracht te vergroten, je persoonlijke relaties te verbeteren en geeft je meer grip en meesterschap over je leven. Je bent in staat om omstandigheden af te stemmen op jouw behoeften.

iRest voedt innerlijke kwaliteiten zoals vreugde, rust, medeleven, vergevingsgezindheid, geduld en liefdevolle vriendelijkheid naar jezelf en anderen en het ondersteunt je om dingen op te lossen als slapeloosheid, rusteloosheid, angst en depressie.

iRest Integrative Restoration Meditatie combineert mindfulness met zelfonderzoek, zodat je niet alleen leert ontspannen en loslaten, maar je ook meer verbonden gaat voelen met jezelf. Naarmate je oefent zal je merken dat je een diep gevoel van zekerheid, veiligheid en welzijn in jezelf ontwikkelt, waarmee je je steeds opnieuw weer kunt verbinden – zélfs als je voor moeilijke problemen of verlieservaringen gesteld wordt. Met iRest ontwikkel je handvatten voor het leven, waardoor je in iedere situatie kalm kunt blijven en steeds opnieuw de beste actie voor dat moment kunt bepalen.

iRest Meditatie bestaat uit 10 stappen. In iedere les wordt over één of meerdere stappen uitleg gegeven, waarna we hier in de geleide meditatie van 35-40 minuten extra aandacht aan besteden. Tijdens de lessen is er gelegenheid om vragen te stellen en ervaringen uit te wisselen.

Je kunt je per les inschrijven via het lesrooster van Libra Yoga en Yogatherapie.

De lessen zijn op dinsdagavond en vrijdagochtend. Je hebt geen ervaring nodig met meditatie om mee te doen. De lessen zijn geschikt voor alle niveaus. 

De 10 stappen van iRest zijn:

  1. Intentie
  2. Het diepste verlangen van je hart
  3. Innerlijke hulpbron
  4. Verwelkomen van lichamelijke sensaties
  5. Verwelkomen van adem en energie
  6. Verwelkomen van tegenovergestelde gevoelens & emoties
  7. Verwelkomen van tegenovergestelde overtuigingen & gedachten
  8. Verwelkomen van vreugde en gelijkmoedigheid
  9. Verwelkomen van de Waarnemer, Waarnemen, de Ik-gedachte, Zijn en Bewustzijn
  10. Verwelkomen van alles gewoon zoals het is. Integratie met het dagelijkse leven en de wereld

 

Ervaar het zelf:

iRest meditatie voor innerlijke heelheid. 

 

[newsletter_signup]Abonneer je op de nieuwsbrief en ontvang regelmatig gratis meditaties, filmpjes en inspirerende artikelen. We zullen je niet spammen en geven ook zeker je gegevens niet aan derden! [newsletter_signup_form id=1][/newsletter_signup]

Compassie voor jezelf en anderen

Hoe we denken over onszelf en anderen kan een enorme impact hebben op onze fysiologische systemen, zoals het immuunsysteem, het hart- en vaatstelsel, de frontale cortex en zelfs onze genen. Iedereen weet: als je in bed ligt te piekeren over wat iemand je heeft aangedaan en je maakt je kwaad, dan gaat je hartslag omhoog en je spieren spannen aan. Je denken stimuleert dus lichamelijke processen, zowel in negatieve als in positieve zin. Wat heeft dit te maken met compassie?

Sinds kort heb ik een cliënte met complexe PTSS en hartklachten. Ze vertelde mij dat zij een jaar geleden een hartstilstand kreeg, waarna bij haar een ICD geïmplanteerd werd. Na uitgebreid onderzoek concludeerde haar cardioloog dat haar hart volkomen gezond was – geen atherosclerose en andere afwijkingen – en hij begreep niet waarom zij niet herstelde. Ze bleef moe, was snel buiten adem en haar hart bleef met name in rust onregelmatig kloppen. Haar cardioloog stelde daarom voor de ondergrens van haar ICD te verhogen naar 80 slagen per minuut, in de hoop dat de klachten zo zou verdwijnen. Het gevolg was het tegenovergestelde: mijn cliënte werd vermoeider, ademlozer en meer gestrest dan ooit. De onregelmatige hartslag verdween niet en ze kreeg er zelfs klachten bij, zoals misselijkheid en buikpijn. Ze dacht erover om haar cardioloog te vragen de ondergrens weer te verlagen naar de oorspronkelijke 50 slagen per minuut en dit leek mij, gezien de relatie tussen lichaam en geest, een goed idee. Ter plekke belde ze om een afspraak te maken en tot haar verrassing kon ze nog dezelfde middag terecht op de poli. Omdat ze geen vervoer had en ze mijn laatste cliënt was die dag, bood ik aan om haar te brengen.

Toen de arts die de ICD lager zou zetten omstandig begon uit te leggen dat er geen enkele aantoonbare relatie was tussen hartslag, stress en andere lichamelijke klachten, luisterde ik verbaasd naar zijn betoog. Volgens hem bleek uit onderzoek dat mensen een gemiddelde hartslag hebben van 80 slagen per minuut en dat het dus onmogelijk was dat zij klachten had ontwikkeld op een ondergrens van 80 slagen per minuut. Ik gaf hem vervolgens aan dat ik als psycholoog andere informatie had over dit onderwerp. De arts luisterde geïnteresseerd, maar het was duidelijk de eerste keer dat hij iets hoorde over de relatie tussen hartslag en stress.

Zoals Maartje Laterveer in augustus 2020 schreef in De Volkskrant, hebben vrouwen een vijf keer hogere kans op een MINOCA: een type hartinfarct waarbij zuurstofgebrek optreedt zonder dat er sprake is van dichtgeslibde vaten en die vooral wordt veroorzaakt door stress. Volgens cardioloog Angela Maas, die zich gespecialiseerd heeft in hartinfarcten bij vrouwen, is de belangrijkste oorzaak bij deze groep vrouwen mentaal: ze maken zich te druk en neigen naar perfectionisme.

Vrouwen die zich te druk maken en neigen naar perfectionisme komen onder de hele bevolking voor, maar zeker onder vrouwen met complexe PTSS. Mensen met complexe PTSS zijn chronisch aan het overleven, beschrijft psychiater Bessel van der Kolk in zijn boek Traumasporen. Complexe PTSS ontstaat als je vanaf je kindertijd herhaaldelijk bent blootgesteld aan traumatiserende gebeurtenissen zoals huiselijk geweld, seksueel misbruik, fysieke en/of psychische mishandeling of verwaarlozing. Eén van de belangrijkste gevolgen is dat de HPA-as chronisch verstoord raakt doordat de amygdala vergroot, de hippocampus verkleint en de bijnieren meer stresshormonen aanmaken. Hierdoor worden emoties sneller getriggerd, maar worden gevolgen van emotionele reacties minder goed overzien en kunnen mensen zichzelf minder goed kalmeren. Het voelt als chronisch overleven en jezelf staande houden in een wereld die je als bedreigend ervaart. Dit stressvolle zelf- en wereldbeeld heeft zijn weerslag op fysiologische processen zoals de hartslag, wat vervolgens weer angst oproept. Zo ontstaat een vicieuze cirkel.

In een poging emoties de baas te worden, gaan veel mensen deze instinctief onderdrukken. De emotie veroorzaakt immers het stressgevoel, zo denken zij, en als de emotie er niet is dan is de stressreactie er ook niet. Zo werkt het helaas niet. Mensen kunnen zichzelf psychologisch heel goed voor de gek houden door afweermechanismen zoals ontkenning, verdraaiing, afvlakking en onderdrukking. Op lichamelijk niveau lukt dat echter niet. Dat is logisch als je beseft dat emoties in eerste instantie ontstaan doordat prikkels uit de omgeving worden opgepikt in de darmen (niet voor niets in de psychologie het ‘minibrein’ genoemd) waarna ze rechtstreeks naar de amygdala en de hippocampus in het limbische systeem worden gestuurd. Pas daarna gaat de cortex – het denkvermogen waar de ik-gedachte huist – zich ermee bemoeien. Als jij je afsluit voor een emotie, bekent dat dus niet dat de emotie en de fysieke reactie er niet zijn. Je steekt alleen je kop in het zand. Je neemt de fysiologische reactie wel waar, maar begrijpt het niet en de arts labelt het als ‘onverklaarbare klachten’.

Emoties zijn boodschappers. Ze bevatten belangrijke informatie voor ons over wat er gebeurt in de omgeving. Een emotie ontstaat altijd binnen een context. Toch identificeren we onszelf er vaak mee. We zeggen: ‘Ik wil geen boos persoon zijn’. We gaan onszelf bekritiseren als het niet lukt om vrij te komen van een bepaalde ongewenste emotie. Zelfkritiek is echter een bron van chronische stress. We zetten onszelf gevangen in de emotie. De mate waarin we ons identificeren met en reageren vanuit onze emoties, bepaalt in hoeverre we er een slaaf van worden.

We kunnen onze emoties begrijpen wanneer we het vermogen ontwikkelen deze te verwelkomen en ervaren, zonder ze te onderdrukken of te uiten in een reactie. Als we de boodschappen van emoties weer leren verstaan, zullen ze op wonderbaarlijke wijze verschuiven en veranderen. Alleen zo kunnen we duidelijk herkennen wat een gepaste manier is om te reageren op elke situatie in ons leven. Door emoties te ervaren en de boodschap te begrijpen, brengen we ze weer tot rust. In feite betekent het woord ervaring ‘ergens volledig doorheen gaan, zonder een spoor achter te laten’.

Compassie is te omschrijven als een zorgzame, vriendelijke geestestoestand en een aanwezig-zijn bij wat zich aandient om daar vervolgens naar te handelen. Dus door met compassie bij je eigen emoties of die van een ander aanwezig te zijn, ga je leven vanuit het hart. Door compassie ontwikkel je ook andere hartkwaliteiten, zoals: kalmte, liefde, geluk, gelijkmoedigheid, vriendelijkheid, vergeving en dankbaarheid. Het leven krijgt betekenis en gaat zich spontaan ontvouwen. In plaats van jezelf en het leven onder controle te willen hebben, ga je leven vanuit de diepste waarden van waaruit jij je leven leeft. Door compassievol te luisteren naar je emoties als een bron van informatie, weet je op ieder moment wat voor jou de juiste manier van reageren is en kom je weer in harmonie met je lijf.

 

Dit artikel is gepubliceerd in het Vakblad Natuurlijke en Integrale Gezondheidszorg nr. 2, maart/april 2021. Download hier het artikel in pdf-formaat.

Luisteren en het lef om niet te weten

Vraag je je weleens af als je geconcentreerd naar iemand luistert: ‘Wie is die mens eigenlijk naar wie ik op dit moment luister?’ Wanneer deze vraag bij mij rijst, wordt mijn nieuwsgierigheid gewekt en stem ik me nog beter af op degene achter de woorden. Meestal merk ik dan dat er iets of iemand in de persoon aan het woord is die niet de mens zelf is. De persoon identificeert zich ermee, maar het is niet authentiek. Welk verhaal vertelt diegene onbewust over zichzelf en waarom?

Iedere ontmoeting vraagt van mij het lef om niet te weten en open contact te maken met de mens achter deze persoon. Hoe doe je dat? Luister maar naar dit verhaal.

Er was eens een leeuwin, zwanger en half verhongerd. Naarmate de zwangerschap vorderde, kreeg zij het steeds moeilijker met bewegen en jagen. Zelfs wanneer het haar lukte om succesvol een prooi te te sluipen, was ze niet snel genoeg om die te vangen. Op een dag, na een moedeloze en hongerige tocht over de velden, was de leeuwin uitgeput in slaap gevallen. Ze droomde over een malse kudde schapen en terwijl ze zich vol overgave op een droomschaap stortte, werd ze wakker. Tot haar grote vreugde zag ze een kudde schapen pal naast zich grazen! Ze vergat onmiddellijk haar erbarmelijke toestand en met één geweldige sprong greep ze een lam en verdween tussen de bomen. De leeuwin merkte niet dat ze door de uiterste krachtsinspanning was bevallen van haar jong. Tijdens de aanval waren de schapen verlamd van schrik geweest, maar nadat de leeuwin was verdwenen en de schapen waren uitgeblaat, ontdekten ze tot hun grote verbazing de leeuwenwelp in hun midden. Een van de ooien had medelijden met het hulpeloze welpje en adopteerde het als haar eigen lam. Er gingen een paar jaar voorbij. Het weesleeuwtje, nu een volwassen beest met lange manen, zwierf met de kudde door de velden en gedroeg zich precies als een schaap. Hij blaatte en at gras in plaats van te grommen en jagen. Het was hem als strikt vegetarische leeuw gelukt om precies zo zwak en mak te zijn als een schaap.

En zo gebeurde het dat op een dag een andere leeuw uit het bos het open veld opliep en tot zijn grote vreugde de kudde schapen zag. Trillend van opwinding en gedreven door honger jaagde de leeuw de schapen op, toen hij tot zijn verbazing de schaap-leeuw ontdekte die – staart in de lucht – op topsnelheid voor de schapen uit vluchtte. De achtervolgende leeuw pauzeerde even en dacht bij zichzelf: ‘Ik snap dat schapen voor mij wegrennen, maar ik kan me niet voorstellen dat een stoere leeuw dat ook zou doen. Deze wegvluchtende leeuw maakt me nieuwsgierig’. Aangespoord door vastberadenheid rende hij zo hard mogelijk en besprong de vluchtende leeuw. De schaap-leeuw viel flauw van angst. De andere leeuw was verbaasder dan ooit. Hij sloeg de schaapleeuw wakker en gromde hem toe met lage stem: ‘Word wakker! Wat mankeert jou? Waarom vlucht jij, een leeuw net als ik, weg van mij?’ De schaap-leeuw sloot zijn ogen en blaatte in schapentaal: ‘Laat me alsjeblieft gaan, dood me niet! Ik ben alleen maar een schaap dat door zijn vluchtende kudde in de steek is gelaten’.

‘Aha! Nu snap ik waarom jij blaat’, antwoordde zijn ontvoerder. Hij greep de manen van de schaap-leeuw tussen zijn machtige kaken vast en sleepte hem naar de rand van het meer. Hij duwde de kop van het misleide wezen over het water zodat zijn spiegelbeeld erin gereflecteerd werd en schudde hem heftig door elkaar, want de schaap-leeuw hield nog steeds zijn ogen gesloten. ‘Wat mankeert jou?’, vroeg de leeuw. ‘Open je ogen en zie dat je geen schaap bent.’ ‘Beh, bèhèh, beh! Dood me niet, laat me gaan! Ik ben geen leeuw, maar gewoon een zwak mak schaap’, jammerde het dwaze beest. De andere leeuw werd boos en gaf zijn gevangene een harde klap. Door de impact opende de schaap-leeuw zijn ogen en was verbaasd om in de weerspiegeling van het water geen schapenhoofd te zien, zoals hij had verwacht, maar de kop van een leeuw zoals die van degene die hem met zijn poot door elkaar schudde. Daarop zei de grote leeuw in leeuwentaal: ‘Kijk naar mijn gezicht en jouw gezicht, gereflecteerd in het water. Ze zijn hetzelfde; en mijn stem blaat niet, mijn stem brult! Jij werd ook geboren om te brullen.’ De schaap-leeuw, overtuigd, probeerde te brullen maar kwam aanvankelijk niet verder dan wat blatend gerommel. Maar onder de aanmoedigingen van zijn nieuwe vriend lukte het hem uiteindelijk om effectief te brullen. Toen verdwenen beide leeuwen samen naar het bos om te jagen. De schaap-leeuw herwon zijn geboorterecht als een ware koning van de jungle.

Bovenstaand verhaal illustreert het belang van een authentiek bestaan en wat er met mensen gebeurt als zij zich, net zoals de schaap-leeuw, laten leiden door interpretaties van anderen. Dan ontwikkelen mensen symptomen – ik vraag me af welke spijsverteringsklachten de schaap-leeuw had en hij moet ook flink wat mond- en keelklachten hebben gehad van het blaten. De leeuw wist pas wat hij moest doen nadat zijn nieuwsgierigheid was gewekt en hij had vastgesteld wat het probleem van de schaap-leeuw was. Dit deed de leeuw met de drie universele voorwaarden voor elke goede menselijke relatie en elke effectieve therapie, of die nu psychisch of somatisch georiënteerd is: empathie, congruentie en onvoorwaardelijk respect. Kijk maar:

Door congruentie – écht levendig en als zichzelf aanwezig zijn, in contact met zijn eigen gevoelens en ervaringen – kon de leeuw écht contact maken met de schaap-leeuw, zelfs toen die tegenstribbelde.

Door empathie – zich inleven in de ervaringswereld van de schaap-leeuw en tegelijkertijd bij zichzelf aanwezig blijven – kon de leeuw begrijpen waarom de schaapleeuw blaatte. Empathie is echter niet hetzelfde als sympathie. Uit sympathie zou de leeuw bij zichzelf hebben gedacht: ‘Ach, wat een schattig schaap-leeuwtje, ik laat hem leven’, en daarbij zou het zijn gebleven. Vanuit empathie kon de leeuw een methode bedenken om de schaap-leeuw te laten inzien dat hij een leeuw is.

Alleen vanuit onvoorwaardelijk respect – de ander zien zoals die werkelijk is – kon de leeuw de juiste methode bedenken. De leeuw zag de schaap-leeuw onvoorwaardelijk als leeuw, zonder dat hij zich voor de gek liet houden door de valse overtuiging die de schaap-leeuw over zichzelf had. Daardoor begreep de leeuw wat hij moest doen om de schaap-leeuw te genezen van zijn schijnzelfbeeld.

Zonder empathie, congruentie en onvoorwaardelijk respect was de schaap-leeuw wellicht in leven gebleven, maar voor altijd half en nooit klachtenvrij.

 

Bronvermelding: Dit artikel is gepubliceerd in het Vakblad Natuurlijke & Integrale Gezondheidszorg nr. 1/2021. 

Download hier het artikel in pdf. 

Lichaamsherinneringen

Als je echte klachten hebt, maar uit lichamelijk onderzoek komt niets tevoorschijn en je reageert ook niet op de behandeling die je krijgt, denk dan eens buiten de vaste kaders. Heb je een tijd geleden misschien iets meegemaakt wat grote indruk op je maakte? Dat kan een eenmalige gebeurtenis zijn met een grote impact zoals een echtscheiding, de dood van een dierbare, ontslag of pensioen maar je kan bijvoorbeeld ook getuige zijn geweest van een ongeluk of een natuurramp. Stapeling van gebeurtenissen, zonder dat je tussendoor hebt kunnen herstellen, is een andere mogelijkheid waarvan het minder bekend is dat dit tot allerlei werkelijke lichamelijke klachten kan leiden die medisch niet verklaarbaar zijn.

Lichamelijke klachten die je werkelijk ervaart, maar die niet kunnen worden aangetoond door bijvoorbeeld bloedonderzoek en scans, zitten niet tussen je oren en je hoeft er ook niet mee te leren leven. Het betekent ook niet dat je een aansteller bent.

Het betekent dat er wezenlijk iets is veranderd in je stresshormonen, waardoor je lichaam reageert met verkramping. Door een hoog adrenalinepeil, kenmerkend voor alle situaties waarin je een acute dreiging of chronische stress ervaart, raken spieren en bindweefsels – myofascia – in het lichaam verkrampt. Het begint bij het hoofd, de reden waarom je met hoofdpijn of zelfs migraine bij de huisarts of neuroloog terechtkomt. Als de verkramping op een andere plaats in je lichaam gaat zitten, kom je misschien met nek- en schouderklachten bij de orthopedisch chirurg, bij de oogarts met verminderd zicht, of bij de kno-arts vanwege veranderde spraak of oorsuizen. Oorsuizen ontstaat als het myofascia dat de botjes in het middenoor bij elkaar houdt onder invloed van adrenaline verkrampt.

Misschien consulteer je de internist met allerlei klachten van slikproblemen tot het prikkelbare-darmsyndroom, of ga je naar de tandarts met tandenknarsen en kaakpijn (de kaakspieren zijn de sterkste spieren in het menselijk lichaam, vraag dat maar eens aan een trapeze acrobaat). Vanwege blijvend hoge adrenalineniveaus kun je zelfs met verminderde vruchtbaarheid – door bijvoorbeeld verkrampte eierstokken – bij de gynaecoloog terechtkomen, of met een blaasontsteking bij de uroloog.

Ik weet zeker dat veel mensen die met hartkloppingen, een verhoogde hartslag of pijn op de borst naar de cardioloog gaan te kampen hebben met de gevolgen van trauma of chronische stress. En datzelfde geldt voor mensen die met astma of hyperventilatie naar een longarts gaan.

Acute stress, chronische stress en posttraumatische stress kan alles beïnvloeden dat door spieren en fascia wordt aangestuurd, wat in feite bijna alles is in het menselijk lichaam. Misschien denk je nu dat deze klachten vanzelf weer over gaan als de stress verdwijnt of als je rust neemt. Helaas is dat niet waar. Hoe dat kan zal ik hieronder proberen uit te leggen.

Lichaam en geest beïnvloeden elkaar wederzijds. Je kunt dat heel eenvoudig voor jezelf vaststellen met het volgende experiment: pak een potlood en steek die horizontaal tussen je tanden. Om dat te doen merk je dat je automatisch je lippen iets van elkaar doet en dat je je mondhoeken iets naar buiten en omhoog trekt. Je glimlacht als het ware. Let nu eens op je gevoel, wat merk je daarbij op aan je stemming? Haal nu hetzelfde potlood tussen je tanden vandaan en plaats hem op je bovenlip. Klem het potlood met je bovenlip tegen het puntje van je neus en laat los. Pas op, zorg ervoor dat het potlood niet op de grond valt! Blijf een paar seconden zo zitten en let eens op de rest van je gezicht. Waarschijnlijk heb je je ogen tot spleetjes samengeknepen onder een diepe frons van je wenkbrauwen. Wat doet dit met je gevoel en wat merk je op aan je stemming? Grote kans dat je je blij voelt met het potlood tussen je tanden en lichtelijk boos met het potlood onder je neus geklemd.

Wie ooit eens echt heel erg boos is geweest, zal op dat moment ongetwijfeld hebben gemerkt dat alle spieren zich spanden: je klemt je kaken op elkaar en balt je vuisten. Je blik wordt stekend en je stem wordt luider. Boosheid is het signaal waardoor je lijf onmiddellijk klaar staat om te vechten. Door angst echter verstrakken we en worden we hyper geconcentreerd: we zijn alert en klaarwakker om dreigend gevaar van alle kanten te signaleren. Je hartslag versnelt om zoveel mogelijk bloed naar je spieren te pompen en er wordt extra bloedsuiker vrijgemaakt om je spieren van voldoende energie te voorzien. Je staat klaar om op ieder moment te kunnen vluchten.

Onze vecht-vluchtreactie heeft zich in de afgelopen twee miljoen jaar ontwikkeld en dit functioneerde prima toen de mens nog onder natuurlijke omstandigheden leefde en voornamelijk met kortdurende stress te maken had, waarna er tijd was voor rust en herstel. Stress stimuleerde ons, zette ons aan tot grotere prestaties dan we voor mogelijk hadden gehouden en hield ons gezond. En in ons moderne leven geldt dit voor gedoseerde acute stress nog steeds: we presteren het beste vlak voor de deadline en door de spanning die we ervaren voor we het podium op moeten is onze speech sprankelender en levendiger dan wanneer we volledig relaxed zijn.

Het probleem ontstaat wanneer de dreiging die uitgaat van acute stress groter is dan we kunnen hanteren (dit noemen we trauma), of wanneer we door opeenstapeling van chronische stress onvoldoende kunnen herstellen. In beide gevallen is er sprake van een lichamelijke en een emotionele-mentale reactie; er bestaan geen emoties zonder lichamelijk equivalent. In onze moderne tijd is stress helaas veel minder duidelijk herkenbaar geworden. Waar vroeger de holebeer en de sabeltandtijger duidelijk herkenbare stressoren waren voor iedereen, is stress nu voor velen iets vaags en persoonlijks geworden. Een scheiding kan een opluchting zijn als je je verlost voelt van een narcistische agressieve partner, maar een drama als je in de steek wordt gelaten voor iemand anders. Waar de één een posttraumatische stress stoornis krijgt doordat hij getuige is van een ongeval, pakt een ander na korte tijd de draad van zijn leven weer op.

Daarbij komt dat we in een tijd en cultuur leven, waarin we onszelf verantwoordelijk houden voor ons succes. Voor velen betekent dit, dat we ons schamen voor emoties als angst en boosheid of wanneer gebeurtenissen ons veel meer van streek lijken te maken dan iemand anders. Op die momenten schiet ons psychologisch afweermechanisme ons te hulp, die het bestaan van emotionele veranderingen kan ontkennen. Psychisch lijken we dan volmaakt in orde, maar dit geldt niet voor ons lichaam. De biochemische veranderingen, zoals een verhoogd adrenalinepeil, veroorzaken psychische angst. Deze angst kan zo ver ontkent of onderdrukt worden dat hij niet wordt opgemerkt door artsen of degene die eraan lijdt. Maar de angst veroorzaakt ook lichamelijke stoornissen, die niet verborgen blijven en die je niet kunt ontkennen. Psychisch kun je jezelf voor de gek houden, maar lichamelijk niet. De herinnering aan wat er is gebeurd is onder de radar verdwenen en is alleen nog zichtbaar en tastbaar aanwezig in de vorm van lichamelijke klachten. De onderdrukte emotie houdt vervolgens de lichamelijke klachten in stand.

Wanneer je niet op een behandeling reageert, depressief blijft of in een voortdurende staat van angst bent, denk er dan aan dat je mogelijk een posttraumatische stress stoornis hebt of andere diepe emotionele pijn die je onbewust door schaamte en negatieve zelfevaluaties ontkent of onderdrukt. Chronische stress of post traumatische stress uit zich vaak in niet-specifieke symptomen die zich manifesteren als hoofdpijn, whiplash, slapeloosheid, irritatie, somberheid of depressie, spanning, misbruik van verdovende middelen, of als het niet functioneren in een relatie of op het werk.

Bij deze klachten kan een therapie helpen waarbij aandacht is voor alle emotionele, mentale, lichamelijke en sociale processen die met de gebeurtenissen samenhangen. Als je jouw verhaal herkent in deze blog, dan ben je van harte uitgenodigd om een afspraak te maken voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Ik kijk graag samen met jou of ik iets voor je kan betekenen.

Chronisch vermoeidheidssyndroom – CVS

In 2014, na een jaar van extreme studiebelasting, werd bij mijn dochter de diagnose chronisch vermoeidheidssyndroom gesteld door de internist. Ze was toen 18 jaar oud. Er werd ons gezegd dat haar klachten konden verbeteren, maar dat wij er rekening mee moesten houden dat de ziekte zou blijven bestaan voor de rest van haar leven. Gelukkig is deze voorspelling niet uitgekomen en is ze nu, 5 jaar later, volledig hersteld.

Chronisch vermoeidheidssyndroom, afgekort CVS wordt ook wel Myalgische Encefalomyelitis (ME) genoemd. ME/CVS is een niet-aangeboren, chronische en complexe ziekte waar meerdere systemen in het lichaam bij betrokken zijn. ME/CVS bestaat uit stoornissen in het afweersysteem, in het autonome zenuwstelstel, in het hormonale systeem en daarnaast uit cognitieve stoornissen. Een deel van de mensen met ME/CVS heeft (chronische) pijn. Het meest opvallende symptoom is totale uitputting, vaak al na de geringste lichamelijke of mentaal-emotionele inspanning. De ziekte overvalt vaak volkomen gezonde jonge mensen in de bloei van hun leven en begint meestal met virus-achtige symtomen die gewoon niet lijken weg te trekken. Andere veelvoorkomende symptomen zijn laaggradige koorts, pijnlijke spieren, slaapproblemen, moeite met helder denken (een soort mist in het hoofd), hoofdpijnen en een zere keel. Omdat deze klachten voor een groot deel overeenkomen met die van fibromyalgie, denken sommige wetenschappers dat de aandoeningen aan elkaar gerelateerd zijn. De diagnose ME/CVS wordt gesteld als de symptomen minimaal 6 maanden aaneengesloten aanwezig zijn en niet worden veroorzaakt door een andere aandoening of ziekte zoals een depressie, burnout, hart- en vaatziekten of kanker.

Omdat ME/CVS niet door een labtest kan worden aangetoond, denken sommige artsen dat het geen echte ziekte is. Veel patiënten wordt verteld dat het ‘tussen hun oren zit’ en dat hun echte probleem angst of depressie is. Hoewel depressie vaak voorkomt bij mensen met ME/CVS is dit geen oorzaak maar een gevolg van hun ziekte en het niet erkend worden in hun ziekte. De depressie die kenmerkend is voor chronisch vermoeidheidssyndroom verschilt van een klinische depressie doordat mensen met CVS zeer gemotiveerd zijn om dingen te ondernemen en zich gefrustreerd voelen door hun onvermogen om te doen wat ze willen. Mensen met een klinische depressie zijn hun interesse verloren en ervaren weinig tot geen plezier in hun leven. Ongeacht deze verschillen zou iedereen met CVS die zich depressief voelt kunnen profiteren van professionele hulp in de vorm van psychotherapie en/of (natuurlijke) antidepressiva.

Hoe ik kan helpen met holistische therapie: in ME/CVS blijkt de stress-as (hypothalamus-hypofyse-bijnieras) een centrale rol te spelen. Veel mensen die de ziekte krijgen, melden dat ze tot het moment van hun instorting ‘de kaars aan beiden uiteinden tegelijk opbrandden’. Deze mensen leefden met hun stress-as voor het grootste deel van de tijd op de hoogste stand, totdat hun lichaam uiteindelijk zei: “Genoeg”. Onderzoek laat zien dat mensen met ME/CVS vaak abnormaliteiten hebben in de stress-as. De samenwerking tussen hypothalamus, hypofyse en bijnieren regelt o.a. de emotieregulatie, de instinctieve vecht/vluchtreactie, de complexe hormonale balans in het lichaam (inclusief de stofwisseling) en de niveaus van stresshormonen zoals adrenaline en cortisol. Veel mensen met ME/CVS hebben abnormaal lage niveaus van stresshormen doordat hun bijnieren in de loop van de tijd zijn uitgeput door bijvoorbeeld constant alert zijn, hard werken, alles perfect willen doen of emotioneel moeten overleven door trauma’s uit het verleden. Wat de oorzaak van de overdrive ook is geweest, het is belangrijk om die te achterhalen zodat er meer ruimte komt voor innerlijke rust en ontspanning. Daarnaast is het belangrijk om te leren omgaan met de ziekte en de hoeveelheid stress als gevolg van de ziekte te verminderen.

Een ander aspect van stress en overdrive waar mensen met ME/CVS vaak mee te maken hebben, is dat ze in de loop van de tijd hebben geleerd om hun signalen te negeren als het gaat om de behoefte aan gas terug nemen, ontspanning en slaap. Ze kunnen eraan gewend zijn geraakt om hun energie op te peppen met koffie of energiedrankjes, om zo toch door te kunnen gaan met wat ze graag willen doen. Een belangrijk deel van de therapie is dan ook om je leefstijl in overeenstemming te brengen met je werkelijke behoeften en de grenzen van je lichaam. Er is rust, regelmaat en ontspanning nodig om te kunnen gaan herstellen. Dat betekent niet dat je vanaf nu niets meer mag doen, maar wel dat je weer naar de werkelijke behoeften en grenzen van je lichaam leert luisteren om van daaruit je gezondheid weer op te bouwen.

Yoga is de derde pijler van mijn holistische therapie. Door rustige oefeningen, gericht op het stretchen en ontspannen van fascia, komen je centrale zenuwstelsel, hormonen, gedachten en gevoelens weer in balans zonder dat je teveel van je lichaam vraagt. Dit betekent dat alleen de rustige vormen van yoga geschikt zijn en dat alle inspannende vormen van yoga of andere sporten vermeden moeten worden totdat je bent hersteld.

Door restorative yoga en yogatherapie, ademhalingsoefeningen (pranayama) en andere ontspanningsoefeningen zoals meditatie en yoga nidra (de yogi slaap) kom je weer in contact met je behoeften en grenzen. Hoe beter jij je innerlijke staat kunt aanvoelen en een relatie kunt leggen met hoe je je later op de dag voelt, hoe beter je in staat zult zijn om te voorspellen hoe bepaalde activiteiten of voedingsmiddelen je zullen beïnvloeden. Daarmee leg je de basis om op een assertieve manier ‘nee’ te zeggen tegen eisen of taken waarvan je van tevoren ziet aankomen dat het teveel voor je zal zijn. Dit geldt ook voor de yoga-oefeningen. Als je lichaamsbewustzijn ontwikkelt, kun je gaan herkennen wanneer je moet stoppen met wat je doet en iets meer restorative of ontspannends moet doen. Ademhalingsoefeningen helpen je bij het reguleren en verwerken van emoties en de bijbehorende gebeurtenissen in je leven. Ze zijn een aanvulling op onze psychotherapeutische gesprekken.

Specifieke yoga-oefeningen kunnen helpen bij de slaapproblemen die vaak in belangrijke mate bijdragen aan ME/CVS symptomen. Mensen met deze ziekte blijken vaak problemen te hebben met hun diepe slaap, die nodig is voor herstelfuncties. Studies laten zien dat mensen die mediteren minder last hebben van een nacht slecht slapen dan mensen die niet mediteren. Alle yoga oefeningen en ademhalingsoefeningen hebben een positief effect op de kwaliteit van je slaap.

Ademhalingsoefeningen (pranayama) zijn een belangrijk onderdeel van holistische therapie bij ME/CVS. Pranayama laat het hele spijsverteringssysteem beter functioneren, met als gevolg: verhoogde immuniteit, betere spijsvertering, verbeterde slaap, meer energie, meer vitaliteit en betere regulatie van hormonen. Door ademhalingsoefeningen komt alles in balans – homeostase – waardoor mensen zich algeheel beter voelen. Net als meditatie kost pranayama weinig inspanning. Het is niet nodig om ingewikkelde ademhalingsoefeningen te doen, het is voldoende als je via je buik leert ademhalen en tijdens de yogaoefeningen bewust gebruik maakt van je in- en uitademing. De voordelen van bewuste ademhaling komen na verloop van tijd als je geregeld en consequent oefent.

Sommige mensen met ME/CVS denken dat de prognose voor hun ziekte slecht is en dat hun kans op herstel klein is. Omdat je met yoga zelfbewustzijn ontwikkelt – door jezelf te observeren en te bestuderen – word je gaandeweg alert op allerlei vormen van negatief denken. Zelf-observatie helpt ook om je bewust te worden van je leefstijl. Leef je op een manier die jouw gezondheid bevordert? Slaap je genoeg? Eet je op regelmatige tijden? Is je voeding voldoende voedzaam? Is er balans tussen werk en ontspanning of spel?

Yogis geloven dat het vinden van je ‘dharma’ – weten wat je zou moeten doen met je leven – essentieel kan zijn om te herstellen van ME/CVS. Door zelf-observatie en verhoogde sensitiviteit ten aanzien van jezelf, kun je tot het besef komen dat je werk, je relatie, sommige mensen in je sociale netwerk of je woonsituatie niet goed voor je is. Doordat holistische therapie je helpt om je geest tot rust te brengen, kun je afstemmen op de boodschappen die je voorheen niet kon horen door de hoeveelheid ruis op de achtergrond. Wat je vervolgens doet met die nieuwe informatie is aan jou om te beslissen. Holistische therapie helpt je slechts om ermee in contact te komen.

Tenslotte is er nog het sociale aspect van yoga. Door hun vermoeidheid hebben veel mensen met ME/CVS activiteiten opgegeven waar ze voorheen veel plezier aan beleefden, om al hun resterende energie op werk of studie te richten. Weer onder de mensen zijn, gelijkgestemden ontmoeten, nieuwe vrienden maken en contact leggen met een leraar of therapeut kan je isolement helpen verlichten. Dit is wat yogis ‘sangha’ noemen – verbinding in een gemeenschap – en dat is een krachtig werktuig voor heling.

 

Chronische pijn en yoga

Pijn is niet fijn, het liefst hebben we het niet. Geen pijn hebben is zelfs een recht dat in de normen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd staat beschreven. Pijnbestrijding is ruim voorhanden in ons land en voor heel veel mensen is dat een zegen. Zonder goede pijnbestrijding zou hun kwaliteit van leven een stuk lager liggen dan nu het geval is. Tegelijkertijd zijn er steeds meer mensen verslaafd aan zware pijnstillers als oxycodon en is het middel soms erger dan de kwaal: in 2017 werden in Nederland tweeduizend mensen opgenomen in het ziekenhuis en stierven er 220 mensen aan. Oxycodon is, net als alle opiaten, een variatie op morfine. Iedereen weet dat morfine verslavend is, dus hoe bestaat het dat het zoveel en steeds makkelijker wordt voorgeschreven door artsen? Waarom nemen we zulke grote risico’s om onze kwaliteit van leven te verhogen, als we aan die middelen kunnen overlijden?

Misschien heb je daar nog nooit zo bij stil gestaan en heb je als vanzelfsprekend aangenomen dat pijnstillers veilig zijn als ze door een arts worden voorgeschreven. Misschien zijn zware pijnstillers nodig geweest omdat er niets anders hielp tegen je pijn. Ik heb het niet over af en toe een paracetamolletje, maar over dagelijks gebruik van pijnstillers als diclofenac, ibuprofen, naproxen, oxycodon en tramadol. Ooit zal er een hele goede reden zijn geweest om ermee te beginnen en was je niet van plan om het zo lang te gaan gebruiken. Misschien heb je al geprobeerd om ermee te stoppen en kwam je erachter dat dat niet zo gemakkelijk ging, of werd je pijn weer zo erg dat stoppen geen optie was.

De vraag is, wat is je alternatief? Hoe ga je met de pijn om zonder pijnstillers, hoe zorg je voor een goede kwaliteit van leven en hoe zorg je ervoor dat de pijn draaglijk is? Het antwoord op die vraag is te vinden in je eigen lijf.

De laatste tien jaar wordt er veel onderzoek gedaan naar fascia. Fascia werd vroeger bindweefsel genoemd, maar die naam is losgelaten nu blijkt dat verschillende structuren in het lichaam (zoals pezen, banden, vliezen, kraakbeen, merg) allemaal deel uitmaken van dezelfde bindweefselstructuren. Het is allemaal hetzelfde spul en daarom is het duidelijker om het over fascia te hebben. Je kunt fascia voorstellen als een matrix, als een heleboel laagjes spinnenweb die kruislings over elkaar liggen en waar – als het gezond is – vocht doorheen stroomt. Door bijvoorbeeld een operatie, een ongeluk of een val, maar ook door opeenstapeling van spanning en emoties, gaat fascia verkleven. Het wordt droog, stug, dik en stijf en het vocht kan het niet meer doorheen stromen. Het gevolg is chronische pijn, want fascia herstelt niet uit zichzelf zonder de juiste therapie. Uit onderzoek naar bijvoorbeeld lage rugpijn, blijkt dat fascia bij ruim 90% van de patiënten verantwoordelijk is voor chronische pijn en vermoeidheid.

Nu hoor ik je bijna denken: “Waarom heeft nog nooit iemand mij iets over fascia verteld?” In de westerse wereld werd fascia tot voor kort gezien als vulling van het lichaam en daarmee oninteressant voor wetenschappelijk onderzoek. Pas sinds er technieken zijn om levend fascia te onderzoeken, is dat veranderd. Op de foto zie je hoe levend fascia eruit ziet. Je kan je voorstellen wat er gebeurt als dit allemaal aan elkaar vast plakt.

levend fascia

In oosterse geneeswijzen wordt het belang van gezond fascia onderwezen. De rivieren van vocht die in het fascia stromen staan al duizenden jaren bekend als meridianen en chi. Functionele yin yoga en yogatherapie brengen verdroogd en verstijfd fascia weer in beweging, zodat de vochtstromen weer op gang komen. Wat je daarvan merkt is dat het letterlijk weer gaat stromen in jezelf. Niet alleen in je lijf, maar ook in je gevoel en in je gedachten. Op alle niveaus wordt een gevoel van stagnatie en blokkade opgeheven. Je voelt dat je weer in contact komt met wie je werkelijk bent.

Je hoeft niet lenig te zijn voor yogatherapie of functionele yin yoga! Je gebruikt je lichaam niet om in de houding te komen, maar het is juist andersom: je gebruikt de houding om in je lijf te komen. Er bestaat niet één juiste manier om een oefening uit te voeren, want iedereen is anders. Waar het om gaat, is dat je goed naar jezelf luistert en met respect voor jouw unieke grenzen en mogelijkheden de houding zó gebruikt dat je voelt dat er wat loskomt in je lijf, je gevoelens of in je gedachten.

Ik ben er om je te helpen jezelf beter te leren kennen en de oefeningen aan te passen aan wat goed is voor jou, op dit specifieke moment.

Wetenschappelijk onderzoek wijst uit, dat de meeste mensen verbetering merken als ze gedurende vier maanden minimaal twee maal per week een uur yoga doen en dit daarna eenmaal per week onderhouden.

Wil je zelf ervaren wat functionele yin yoga voor jou kan betekenen? Je kunt hier een gratis proefles boeken.